Visitatietraject samenwerkingsverband
Een samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de kwaliteit van passend onderwijs in de regio. Maar hoe krijgt het inzicht of er sprake is van een dekkend netwerk van passend onderwijs? Hoe is bijvoorbeeld de basisondersteuning, de lichte en extra ondersteuning op de verschillende scholen ingericht? In hoeverre lukt het de scholen daadwerkelijk om te beschrijven wat ze doen en doen ze in de praktijk wat ze beschrijven? Een samenwerkingsverband kan hier zicht op krijgen aan de hand van een visitatietraject.
Een visitatietraject brengt de huidige praktijk in kaart, door als het ware een dwarsdoorsnede van het ondersteuningsaanbod van verschillende schoollocaties te maken. Zowel de beschreven processen in de beleidsstukken als de daadwerkelijke uitvoering in de praktijk worden tegen het licht gehouden en zonder oordeel terug gegeven aan de school. Visitatie heeft als doel van en met elkaar te leren, om zo een kwaliteitsimpuls op de scholen te bewerkstelligen. Een visitatietraject maakt de scholen bijvoorbeeld bewust van hun eigen ontwikkeling op gebied van leerlingenondersteuning. De collegiale visitatie is geen vorm van een beoordelende audit. Het is niet de intentie vergelijkende uitspraken te doen over de deelnemende scholen, maar om een dwarsdoorsnede van de verschillende scholen te creëren.
Een collegiale visitatie geeft medewerkers van scholen de kans om een kijkje te nemen in de keuken van een ander. Het creëert de gelegenheid om ‘good practices’ op de verschillende scholen met elkaar uit te wisselen en deze inspiratie mee te nemen naar de eigen onderwijspraktijk. Binnen een visitatietraject kan een visitatiecommissie worden geformeerd met afgevaardigden van verschillende scholen. Ieder commissielid krijgt de kans om mee te gaan naar een aantal collega-scholen. Om objectief naar het ondersteuningsaanbod van de verschillende scholen te kunnen kijken, wordt een instrument ontwikkeld op basis van de onderzoeksvragen van het samenwerkingsverband: de zelfevaluatie. Het gaat om een gestandaardiseerd instrument voor elke school, met daarbij de mogelijkheid om ook maatwerk toe te voegen. Het instrument bestaat uit indicatoren die per thema zijn gerangschikt. Het is aan de ontvangende school om het instrument per indicator in te vullen: is het duidelijk voor onze school hoe wij invulling geven aan deze indicator? Hebben we dit ergens beschreven? Wordt dit in de praktijk ook uitgevoerd zoals we afgesproken hebben? Na het invullen van het instrument (de zelfevaluatie) is het aan de visitatiecommissie om de informatie te valideren aan de hand van beleidsstukken en de praktijk. De bevindingen delen we op de visitatiedag mondeling, als in een schriftelijke rapportage. Hierna wordt op een zelfgekozen wijze met de schoolleiding gereflecteerd op de uitkomsten. Aan het einde van het traject kan een eindrapport geschreven worden met als doel reflecteren, evalueren en borgen van de opbrengsten binnen het Samenwerkingsverband.
